5811

Ontwikkeling, gedrag én tips voor de peuterfase (2 – 4 jaar)

05-06-2025

6

J. Vonk

Peuterontwikkeling 2-4 jaar: van rennen tot emoties begrijpen

Zodra je kind twee jaar is, komt alles in een stroomversnelling. Hij gaat van wiebelig lopen naar rennen, leert trappen tegen een bal en maakt soms al een sprongetje met twee voeten. Ook in zijn hoofd gebeurt er veel: de woordenschat groeit van zo’n 50 woorden naar wel 1.000 rond zijn derde verjaardag. Ondertussen ontdekt je peuter dat hij zelf wil bepalen wat er gebeurt. Geen wonder dat driftbuien, “nee!” op repeat en twijfel over zindelijkheid je af en toe kunnen laten zweten.

In dit blog lees je:

  • wat normaal is in de ontwikkeling;

  • hoe jij jouw kind kunt helpen;

  • en wanneer het slim is om hulp te zoeken.

Grove motoriek: van wiebelpas tot wheelie

Ontwikkeling per leeftijd

  • 2 jaar: Zelf lopen, rennen, trap op met hulp van de leuning.

  • 2,5 jaar: Springen met twee voeten, bal trappen.

  • 3 jaar: Zelf de trap op én af, soms al hinkelen.

  • 4 jaar: Kort op één been staan, fietsen met zijwieltjes.

Tip van Uniek: Maak een speelparcours van kussens of lage krukjes in de kamer. Dat daagt uit om te klimmen en balanceren.

Fijne motoriek: kleine handen, grote stappen

Wat je kind leert:

  • Rond 2 jaar: Torens bouwen, zelf met een lepel eten, kleien.

  • Rond 3 jaar: Pagina’s omslaan, een rits dichtdoen, een poppetje tekenen.

Zo stimuleer je dit thuis: Geef je kind puzzels, klei, plastic scharen of kralen.

Zindelijkheid: geen haast, wél aandacht

  • Tussen 2,5 en 3 jaar: Veel kinderen zijn overdag droog.

  • Tussen 3 en 5 jaar: ’s Nachts droog worden komt vaak later.

Let op signalen:

  • De luier is soms al droog.

  • Je kind wil mee naar de wc.

  • Hij zegt iets als hij geplast heeft.

Wat werkt goed: Belonen werkt beter dan mopperen als het misgaat. Laat je kind zelf handen wassen of aankleden: “Laat maar zien hoe ver je komt.”

Gevoelens en samen spelen

Peuters maken grote stappen in hun gevoel en gedrag. Ze leren boosheid en verdriet beter herkennen, beginnen met vriendschapjes en fantaseren er op los.

Wat je kunt verwachten:

  • Naast elkaar spelen: Tot 3 jaar spelen kinderen vooral naast elkaar.

  • Fantasiespel: De knuffel wordt een patiënt, de lepel een microfoon.

  • Gevoelens herkennen: Je kind merkt op dat iemand blij of verdrietig is.

  • Driftbuien: Rond 2,5 jaar zijn die het heftigst, maar worden minder als je kind beter leert praten.

Bij driftbuien helpt dit:

  • Blijf rustig in de buurt.

  • Wacht tot je kind gekalmeerd is voor je praat.

  • Zeg kort wat je ziet: “Je was boos omdat de tablet uit moest.”

  • Houd je aan afspraken, ook als het moeilijk is.

Taal en denken: een echte groeispurt

  • 2 jaar: Ongeveer 50 woorden.

  • 3 jaar: Ongeveer 1.000 woorden die je kind zelf gebruikt.

  • Vanaf 2,5 jaar: De “waarom?”-fase begint.

  • Tijdelijk hakkelen: Komt vaak voor en gaat meestal vanzelf over.

Zo help je de taalontwikkeling:

  • Praat langzaam en rustig.

  • Laat pauzes zodat je kind zelf woorden kan vinden.

  • Lees elke dag voor.

  • Betrek je kind bij dagelijkse dingen: “Ik snijd de appel. Welke kleur heeft de schil?”

Typisch peutergedrag (en wat jij kunt doen)

  • Altijd “nee!” zeggen: Geef keuzes zoals: “Poets je tanden nu of na het plassen?”

  • Alles zelf willen doen: Laat je kind proberen, kijk op de achtergrond mee.

  • Hechting & afscheid: Vertel duidelijk wat er gaat gebeuren.

  • Slaapproblemen: Angst voor monsters? Gebruik een nachtlampje en voorspelbare bedtijd.

Vijf praktische opvoedtips

  1. Geef elke dag 10 minuten echte aandacht – zonder telefoon.

  2. Zeg wat je wél verwacht: “Binnen lopen we” i.p.v. “Niet rennen.”

  3. Houd vaste tijden aan voor eten en slapen.

  4. Benoem gevoelens: “Ben je boos? Dat voelt naar hè.”

  5. Zorg ook voor jezelf: ruil oppasmomenten, plan een avond zonder schermen.

7

Wanneer is extra hulp slim?

Soms is het goed om verder te kijken:

  • Je kind van 4 jaar spreekt nog bijna geen zinnen.

  • Er zijn al 3 maanden dagelijks meerdere heftige driftbuien.

  • Je kind is nog niet zindelijk tegen de tijd dat school begint.

Twijfel je? Bij Uniek denken we graag met je mee. We hebben ervaring met kinderpsychologie, kinderfysiotherapie. Neem contact met ons op!

Veelgestelde vragen

Wanneer is mijn kind zindelijk?

De meeste kinderen zijn overdag droog tussen 2,5 en 3 jaar. ’s Nachts duurt het vaak wat langer, soms tot 4 à 5 jaar. Kijk naar de signalen en kies een rustige periode om te beginnen.

Is het normaal dat mijn vierjarige nog driftbuien heeft?

Ja, dat kan. Als het dagelijks heel heftig is of jouw gezin er veel last van heeft, kan professionele hulp helpen. Bijvoorbeeld via een kinderpsycholoog of opvoedcoach.

Hoe oefen ik fijne motoriek binnenshuis?

  • Laat je kind kralen rijgen.

  • Speel met klei of deeg.

  • Gebruik wasknijpers op een kartonnetje.

  • Begin rond 4 jaar met veters oefenen.

  • Laat je kind meehelpen in de keuken.

Mijn kind stottert ineens. Moet ik me zorgen maken?

Waarschijnlijk niet. Veel peuters haperen even rond hun derde jaar. Geef de tijd, praat rustig terug en verbeter niet. Blijft het langer dan 6 maanden of lijkt je kind er spanning bij te voelen? Vraag dan om advies.

Afscheid nemen is lastig. Wat helpt?

Vertel wat er gaat gebeuren, houd het afscheid kort (kus-knuffel-zwaai) en ga dan echt. Een knuffel of foto helpt. Oefen met korte stukjes weg zijn. Bij Uniek denken we graag met je mee.

Inschrijven voor nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen bij Uniek Kind- en jeugdpraktijken.